The Man From Earth - Daniel Matos Quintana Vertaald door: Maureen Vreeburg
Voor deze maand heb ik een online vriend van mij uitgekozen, Daniel Matos Quintana. Ik heb hem leren kennen via Interpals, omdat ik toendertijd Spaans aan het leren was. We raakten aan de praat over van alles en sinds hij erachter kwam dat ik een filmblog heb is hij altijd erg enthousiast en betrokken geweest, ook al spreekt hij geen Nederlands. Hij gebruikt het om zijn Nederlands te oefenen. Daniel is 31 jaar en woont in Rotterdam. Hier heeft hij zijn studie MSc International supply chain managment afgerond en nu werkt hij als Demand planner. Hij komt uit Peru en is pas een paar jaar geleden naar Nederland verhuisd voor zijn studie.
Tekening door: Maureen Vreeburg
“Als jong kind in de bergen had ik niet veel toegang tot bioscopen of films. Mijn eerste connectie met films waren de home video’s, de soort die ouders maken op verjaardagen of op tripjes. De enige films die ik kon zien op onze oude VHS speler (achtergelaten door een missionaris die bij ons woonde in de 90’s) waren de drie-en-een-half-uur materiaal aan korte films die de missionaris gefilmd had voor hij wegging en beelden die mijn vader gefilmd had toen hij zijn apparatuur gebruikte. Er is een korte film van de baby versie van mij die zingt, of van mijn vader met ouderwetse kleding aan en van mensen die ik kende toen ze jong waren. Dus voor mij hadden films altijd al een persoonlijke link. Voor mij gingen films daarom vanaf het begin af aan al om de verhalen. We hadden een televisie thuis. Channel 2 draaide om 9 uur ‘Noche de cine’, waar ze mainstream en oude films op lieten zien. Het was voor ons een goed excuus om met de familie samen te komen en tijd met elkaar door te brengen (en veel commentaar te hebben op de film).
De eerste keer dat ik naar de bioscoop ging was op mijn 8ste. Er was er maar één in mijn stad, Huancayo. Ik herinner me dat ik mijn moeder vertelde dat ik nog nooit naar de bioscoop geweest was. Ze nam me toen mee naar ‘Dinosaurios’ en dat was een geweldige ervaring. De bioscoop heette Cine Manaro en was erg oud. De stoelen waren van hout. Die bioscoop sloot zijn deuren in 2001 en het duurde veertien jaar voordat er een nieuwe bioscoop kwam in die stad! Dus voor een heel lange tijd moest ik het doen met films huren, wat erg duur was en ‘Cabinas’ (een soort van klein kamertje met een bank waar je een film kon huren en die daar kijken).
Ik heb films ook wel echt meegekregen van mijn ouders. Ik herinner me nog zo hoe mijn vader mij vertelde over Western films uit de VS die hij zag en films uit Mexico. We leerden de nummers van Pedro Infante en we kenden alle details van de films. Vandaag de dag heb ik nog steeds een bepaalde aantrekking tot oude Westerns en de Mexicaanse cinema. Als je een stap dieper gaat in je ‘suspended disbelief’, oftewel je kriticisme aan de kant zet en even geen aandacht besteedt aan de technische beperkingen en het over-acteren, zijn het fantastische verhalen en een stukje geschiedenis.
Huancayo, bron: Airlines-airports
Ik heb een liefde voor films, omdat ik heel erg van verhalen houd. Er moet wel een soort van psychologisch effect zijn als je film kijkt, dat je één wordt met de held. En zijn reis wordt de jouwe. En dan wanneer de credits in beeld komen, dat gevoel alsof je net iets enorms hebt meegemaakt, dat is zo’n fijne sensatie. Dus voor mij is het zoeken naar nieuwe films eigenlijk het zoeken naar meer avonturen.
Er zijn veel films die een speciaal plekje in mijn hart hebben voor verschillende redenen. Zoals bijvoorbeeld Dinosaurios, omdat het mijn eerste bioscoopervaring was, of The Boy (van Chaplin), omdat mijn vader de film aan mij vertelde als verhaaltje en het was fantastisch om de film dan later te zien. Maar de film die mij heeft doen realiseren dat filmmaken echt een kunstvorm is, was ‘The Man From Earth’ (2007). De film is geregisseerd door Richard Schenkman en geschreven door Jerome Bixby.
De film gaat over John, die op het punt staat om te verhuizen. Zijn collega’s en vrienden, allemaal gestudeerden, blijven vragen waar hij heen gaat, maar hier geeft hij geen antwoord op. Ze zitten allemaal in de kamer van zijn lege huis om een laatste keer samen te drinken. Dan besluit hij toch een antwoord te geven… De film liet mij doen beseffen dat film maken niet alleen maar gaat om heel veel geld en beroemde mensen, maar het ook echt een manier is om je perspectief op de wereld te delen met mensen. Deze film speelt zich bijna 99% van de tijd af in één kamer, dus het geniale aan de film zit in de prestatie van de acteur en in het script. Het begint met het simpele idee “Wat als… iemand in de geschiedenis, voor een reden, nooit dood zou zijn gegaan”. En hoe die ideeën worden laten zien, hoe het niet eng is om vragen te trekken bij ideeën die de kern van onze maatschappij vormen. Ik herinner me dat ik de gehele film op het puntje van mijn stoel zat en probeerde om fouten in de logica te vinden, maar het was simpelweg… geniaal. De eerste keer dat ik de film zag was in mijn eerste jaar van de Universiteit, in 2008. In die tijd waren blogs waar mensen films en software op deelden heel populair. Dus ik keek toen veel onafhankelijke films. Ik keek deze film en zocht meteen info op over de regisseur en producer. Ik wilde weten of ze meer van deze soort films hadden gemaakt. Ik keek de film de volgende dag weer, en de dag erna ook. Ik praatte erover tegen mijn vrienden voor minstens een week! Ik kom uit een heel conservatieve christelijke familie en daarom was deze film voor mij heel gedurfd. Het was mijn eerste vonk naar ‘outside the box’ denken. Meestal hebben we een structuur van realiteit in onze hoofden, wat echt is, wat waar is. En dat is gebaseerd op wat ons verteld is sinds we kinderen zijn en dat is oké. Het is nodig om een solide structuur te hebben over wie we zijn om naar buiten te kunnen gaan en elke dag te kunnen werken/studeren. Maar ik denk dat dit speelse idee uit de film me heeft doen realiseren dat we altijd een deel van onzekerheid, onwetendheid bij ons dragen. Er is geen manier mogelijk waarop we de absolute waarheid kunnen weten, maar we kunnen daar dichterbij bij komen door toe te geven dat we het niet weten.
Als ik nu op de film terug krijg denk ik er nog steeds hetzelfde over. Ik zie het nog steeds als een echt kunstwerk en het zou zo veel meer waardering moeten krijgen dan dat het nu doet. Maar natuurlijk bekijk ik de film niet meer met die tienerogen die ideeën voor het eerst ontdekten buiten het conservatieve christendom. Ik heb nu veel meer kennis en ervaring op veel gebieden. Mijn mening is meer geïnformeerd (of meer bevooroordeeld) en dit maakt mij meer sceptisch over bepaalde dingen of ideeën in de film. Een klein deel van mijn hersens schreeuwt: “Het is maar een film”, en dat is ook waar. Maar ergens wil ik nog steeds geloven dat zelfs in de grootste onwaarschijnlijkheid, dat iets zoals deze film zou kunnen gebeuren, het nog steeds niet onmogelijk is.”
留言